VAN VERONTRUSTING NAAR VERENIGING
• Alfred Krans
In een tijdschrift, dat zijn medewerkers rekruteert uit Vlaanderen en o.a. Drenthe, mag je dus een zekere overeenkomst verwachten tussen deze twee areas. In de Noordwest hoek van Vlaanderen wordt gezongen, daar had je Jacques Brel, Ferre Grignard, de zeer strijdbare Wannes van de Velde en nu nog Willem Vermandere met hun internationaal bekende liederen. In de noordwest hoek van Drenthe zingen ze niet, de taal daar schurkt zich aan tegen het Gronings en daarin zong wel Ede Staal en nu nog Wia Buze. Maar het Noordenveld, zoals deze hoek heet, heeft wel iets anders, dat opvalt en zeer de moeite waard is. Kunst en cultureel erfgoed. Drenthe is überhaupt een van de noordelijke provincies, die begiftigd is met veel kunstenaars, er wonen en werken er zo’n 300 en er zijn 50 galerieën. Een tiende gedeelte van die 300 woont in het veengebied van het Noordenveld op een bevolkingsdichtheid van 25000 inwoners. Opmerkelijk dus. Ze hebben zich al tien jaar verenigd in de kunstenaarsvereniging Verkuno, de Vereniging van Professionele Beeldende Kunstenaars en Vormgevers in de Gemeente Noordenveld. Met nog meer leden dan het al sinds 1954 bestaande gerenommeerde Drents Schilders Genootschap, dat kunstenaars uit heel Drenthe een podium biedt. Vroeger was het DSG een deftig gezelschap, wat stoffig en bekakt, dat zich had gespecialiseerd in het schilderen van landschappen, tegenwoordig zijn ze springlevend en komen ze met ongemakkelijk, schurend en choquerend werk en zijn Verkuno-kunstenaars als Flip Drukker, Evert van Fucht, Mariet Schedler en Peter de Vis juist daarom misschien ook lid van het DSG.
Het veengebied van het Noordenveld, met plaatsjes als Roden, Leek, Norg, Een, werkt inspirerend, kijk maar naar de grijze etsen van Marijke Wiegers en de impressionistische aquarellen van Irene Meuldijk, maar de streek heeft ook een rijke historie van strijd, armoede en hard labeur. Veenhuizen was vroeger een gevangenisdorp, het had een verbeteringsgesticht voor criminelen, tegenwoordig is het, ingebed in een fascinerend landschap van 300 hectare met meer dan 100 rijksmonumenten, een kunstenaarskolonie, waar o.a. Ad Breedveld zetelt. Dit gebied is, terecht, voorgedragen voor plaatsing op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
Strijd kennen de kunstenaars van Verkuno ook. Want kunst moet altijd bevochten worden op de politiek. Niet voor niets heetten er vroeger veel verenigingen, die met cultuur te maken hadden Kunst en Strijd. Roden bezit de havezate Mensinge, in 1985 aangekocht door de gemeente, die het restaureerde en openstelde voor het publiek. Het koetshuis op het voorplein werd omgetoverd tot een schitterende professionele expositieruimte, waar de kunstenaars uit het Noordenveld dankbaar gebruik van maakten. Maar toen raakte Nederland in de ban van de gemeentelijke herindelingen en in 1998 ging de gemeente Roden samen met Norg en Peize op in een nieuwe gemeente Noordenveld. Andere wethouders, andere ambtenaren, één gemeentehuis, het schuurde en wrikte en de burgemeester wilde het koetshuis opstoten in de vaart der volkeren, dus de kunst moest eruit. Alles wat met cultuur te maken had in de nieuwe gemeente kwam in opstand, de kunstenaars verenigden zich onder de naam Verkuno, Verontruste Kunstenaars Noordenveld, er werd een handtekeningenactie georganiseerd. De kunst won en het koetshuis werd officieel Het Koetshuis, dat gerund werd door de gemeente, de Culturele Kring Roden en Verkuno, dat nu wel aaneengesmeed moest worden tot een kunstenaarsvereniging. De afkorting bleef, maar anders, het staat voor wat het nu nog steeds is. Er hoefde immers niet meer gestreden te worden, het doel was bereikt. Dachten ze. In 2005 richtte het college van B en W opnieuw de aanval op Het Koetshuis en nu wilde ze er een horecatent van maken. Dat bracht meer geld in het laatje, gezien de vele toeristen in de zomer, dan de kunst, waar geen droog brood aan te verdienen viel. En weer kwam Verkuno en het CKR in verzet, de pers werd ingeschakeld, de gemeenteraad bewerkt en weer moest het college het loodje leggen. We zijn nu vijf jaar verder, maar Verkuno blijf toch maar waakzaam, want kunst en politiek=kunst en strijd! “Het blijft een gevecht”, zoals Henk Korteling, een van de trouwste bezoekers van de exposities, terecht opmerkt.
Verkuno heeft zich in de tien jaar van haar bestaan ontwikkeld tot een kunstenaarsgroep van formaat. Vanaf 1998 zijn er 77 exposities geweest, in en buiten Het Koetshuis. Oogstrelende, legendarische of spraakmakende exposities, zoals in 2001 Goddelijke thema’s, Derober de la terre, Borsten en Aardappeleters, Theo van Egeraat en Peter Dijk in innige samenwerking, Zinnelijke Salon, wanneer is kunst zinnelijk, wanneer erotisch, wanneer pornografisch. In 2005 Dichterbijbeeld, 12 dichters, 12 beeldend kunstenaars en één componist geïnspireerd door het schilderij “KOPF” en het gedicht “Het laatste gesprek”van Armando, in 2006 153 kinderkistjes, gemaakt door 51 kunstenaars n.a.v.de vondst van vroegmiddeleeuwse kindergraven onder de kerk van Vries. In 2008 Ontdeuren, een veelheid in collagetechniek, hoeveel deuren duurt het voordat ik mijzelf ontdeurd heb, in 2009 Vasalis, reacties van 16 kunstenaars op deze dichteres t.g.v. haar 100ste geboortedag.
Maar kwaliteit komt niet vanzelf, ook daar moet je voor strijden. Of zoals Maxelant Harmsze zegt: “We zijn geen vereniging van gelijkgestemden, geen kunststroming, geen groep van etsers of schilders. Ons bindt de plek: de gemeente Noordenveld, met Het Koetshuis. Binnen onze vereniging is een grote variatie aan kunstuitingen en aan kunstopvattingen. Verf, brons en textiel, plat en ruimtelijk, installaties, nieuwe media en performance, het is er allemaal. Maar ook “kunst-met-een-boodschap” en “l’art pour l’art”. De laatste tegenstelling lijkt soms onverzoenlijk, en is daarom de meest uitdagende……. Steeds blijft het uitgangspunt de zorg voor kwaliteit. Vanaf het begin van Verkuno zijn de leden daarover in discussie, we zijn immers geen professionele tentoonstellingsmakers.”
Een gemeentelijke herindeling kan soms ook zijn voordelen hebben. Dat ondervonden de kunstenaars van de Open Atelier Route. In 1990 wilden 4 kunstenaars in de Oude Koekfabriek in Peize samen met 5 kunstenaars uit de buurt hun atelier laten zien aan buren en vrienden. Dit groeide uit tot 20 ateliers met openingen rondom verhalenvertellers, muziek en gastkunstenaars. En kijk, daar kwam weer een burgemeester en in 1995 maakte de Fabriek plaats voor een seniorenflat. Ditmaal won de gemeente. Na wat omzwervingen sloot de groep zich in 2000 bij Verkuno aan, maar ook hier bij een van de openingen het vermanende woord van de toenmalige directeur van het Drents Museum: de lokale bestuurders moeten zorgvuldiger met het plaatselijke culturele klimaat omgaan.
Verkuno, wat doen ze nog meer? Lezingen, workshops, lesbrieven voor scholieren, bemiddeling bij de invoering van CKV-lessen in het middelbaar onderwijs en het Kunstmenu in het basisonderwijs, participatie in provinciale en gemeentelijke werkgroepen. In 1999 organiseerde ze samen met gemeente en provincie een symposium onder de titel: Beeldende Kunst: ook een zaak van gemeentelijk belang. En wat zei Arjo Kramer, hoogleraar Economie van Kunst en Cultuur aan de Erasmus universiteit van Rotterdam daar? Kunst is vaak het stiefkindje van de politiek en de overheid laat tegenwoordig cultuur aan de marktwerking over. De provincie is onder de indruk en organiseert na het symposium bijeenkomsten voor gemeenteambtenaren en bestuurders over cultuurbeleid. Daar was het Noordenveld kennelijk niet bij.
Verkuno, een dynamische groep van 30 uiteenlopende kunstenaars, zoals Magda Balvers met haar installaties van autobinnenbanden, glasruiten van autobussen, oude dakpannen etc., Ad Breedveld, die zich heeft laten beïnvloeden door Paul van Ostayen, de Dadaïsten, de Situationisten, Mei ’68 en Fluxus, Marjan Huizing, die in het bos de echte kleuren, geuren, geluiden en het pure licht schildert, Lonia Schölvinck, die schildert conform de uitspraak van haar leraar Jan Sierhuis: “Schilderen doe je met je kloten”, Carla Stedehouder met werk op het snijvlak tussen kunst en pretpark. Dit jaar bestaan ze 10 jaar en ze hebben een prachtig jubileumboek gemaakt, “Verkuno tien jaar, De ontwikkeling van een kunstenaarsinitiatief tot 2048”. Een aangenaam kijk- en leesboek.
En in 2048? Dan bestaan ze gegarandeerd nog steeds, is de vraag of een grafisch ontwerper ook kunstenaar is en toegelaten kan worden tot de club al lang beantwoord, zijn ze nog steeds bezig met het stimuleren van een kunstbeleid in de gemeente en hebben ze zich ontwikkeld tot een virtuele werkplaats en een knooppunt in een netwerk. En is de kunstkritiek, die nu in het noorden een allerbelabberdst niveau heeft en afhankelijk is van het enige Dagblad van het Noorden, meeontwikkeld tot een doorwrochte kritiek voor een geïnteresseerd publiek op internet.
Proficiat Verkuno en blijf strijden!
2010-1