WIJ BRENGEN ABRAXAS UIT BALANS
• Alfred Krans
Als je je met de Duitse schrijver Hermann Hesse, Nobelprijswinnaar in 1946, bezig houdt, ontkom je niet aan de dieptepsychologie van Carl Gustav Jung. Hesse zelf is na de eerste wereldoorlog in psychoanalyse gegaan bij Jung en later bij zijn leerling Lang, omdat hij steeds meer de weg kwijt raakte en de weerslag van deze sessies vinden we terug in drie romans, die hij in de jaren twintig heeft geschreven: “Demian”, “Der Steppenwolf” en “Narziss und Goldmund”. In deze romans is het hoofdthema het individuatieproces van de hoofdfiguur, kort gezegd, hoe de hoofdfiguur tot een individu wordt. Als kind leef je in een lichte, zonnige wereld, die wordt bepaald door je ouders. Maar het kwaad komt zo af en toe al om de hoek kijken, je steelt een appel, je pikt geld uit de portemonnee van je moeder om cola te kunnen kopen, je knipt gaten in je onderbroeken, zodat je de nieuwste van Calvin Klein wel moet krijgen. Hoe ouder je wordt, hoe meer het kwaad in je leven komt. En Jung leert, dat je als volwassene het goede en het kwade in je leven moet integreren. In “Demian” zegt de hoofdfiguur Sinclair:”Zeker, ik behoorde tot de lichte en ordelijke wereld, ik was het kind van mijn ouders, maar waarop ik oog en oor richtte, overal was het andere en ik leefde ook in het andere, hoewel het mij vaak vreemd was en onbehaaglijk aandeed, hoewel je daar regelmatig een slecht geweten kreeg en bang werd. Ik leefde zelfs af en toe het liefst in de verboden wereld en vaak was de terugkeer naar het licht – hoe noodzakelijk en goed die ook mocht zijn – bijna als een terugkeer naar het minder mooie, naar een meer saaie en dorre wereld.” Een van zijn leermeesters wijst Sinclair op de god Abraxas, die voorkomt in het systeem van de gnosticus Basilides, die onder keizer Hadrianus rond 1300 na Christus met zijn theosofie over de oorsprong van het kwaad de kerk verbaasde, maar vooral liet schrikken. Hij wordt afgebeeld met een witte voorkant en een zwarte achterkant. Abraxas is in de moderne gnostiek nog steeds de god, die goed en kwaad in zich verenigt en integreert. Niet de scheiding van licht en duisternis is de oplossing van oorlogen en problemen in de wereld, maar juist de voortdurende confrontatie en hun uiteindelijke integratie. Deze moderne gnosis vind je terug in de psychologie van Jung en ook in de antroposofie van Rudolf Steiner.
Wie goed om zich heen kijkt, ziet, dat de integratie van goed en kwaad in onze huidige samenleving steeds weer mislukt. Het kwaad neemt de overhand. In de wereldliteratuur vind je tientallen romans met dit gegeven als hoofdthema. Ik las kortgeleden “Een verblindende afwezigheid van licht” van de Marokkaanse schrijver Tahar Ben Jaloun over de mislukte staatsgreep van 10 juli 1971 tegen de Marokkaanse koning Hassan II, waarbij 58 lagere militairen in een geheim strafkamp ergens in de woestijn eenzaam worden opgesloten in kleine ondergrondse cellen zonder licht, veroordeeld tot een langzame dood. Salim is na achttien jaar een van de vier overlevenden. In leven gebleven, doordat hij alle gevoelens van haat en wraak uit zijn geest heeft gebannen. Een verschrikkelijke roman, door Jelloun geschreven in een verschrikkelijke schoonheid. Fictie, maar niet helemaal. Het verhaal is gebaseerd op de ware getuigenis van Aziz Binebine, met wie Jelloun drie uur had gesproken. Binebine vond het boek, toen het in Frankrijk uitkwam, perfect, streek 80000 dollar op, maar distantieerde zich later ervan, waarschijnlijk onder druk van zijn vader, die in het koninklijk paleis werkte. Houd Hassan en Aziz voor het gezicht van Abraxas en kijk wat er gebeurt.
Fictie en werkelijkheid ook in Oezbekistan, maar weer anders. President Islam Karimov heeft verschillende boeken geschreven, waaruit in de Jaslik-gevangenis dagelijks wordt voorgelezen. Een gedetineerde, die niet goed oplette, werd door het onderwijshoofd zo in elkaar geslagen, dat hij niet meer kon lopen en hij kreeg tien dagen eenzame opsluiting. Twee andere gevangenen werden al eerder ondergedompeld in kokend water en overleefden het niet. Oezbekistan laat geen VN-rapporteurs toe in zijn gevangenissen, maar zo af en toe kan er toch een brief naar buiten worden gesmokkeld.
De trend in de huidige wereld is steeds meer het insluipen dan wel het moedwillig toepassen van egoïsme, zelfverrijking, corruptie en andere al dan niet subtiele vormen van het kwaad in de cultuur, het recht, de criminologie, de economie. De Amerikaanse filosoof Stephen Greenblatt schreef al in 1980 in zijn boek “Renaissance Self-fashioning” over zelfrepresentatie en zelfcategorisering, waarin hij uiteenzet, hoe de mens zijn zelfrepresentatie moet vorm geven en zijn reputatie moet beheersen. Uiteindelijk staat de vraag centraal hoe we willen omgaan met allerlei dreigingen in de wereld, hoe we ons zelf willen zien. Zijn we bereid om groepen mensen met elkaar te laten integreren of blijven we eindeloos rekenen wat de financiële risico’s zijn tot tien cijfers achter de komma? Negentien jaar later werd Hugo Chávez president van Venezuela. Hij gaf het volk liefde en gratis huizen. Ciudad Caribia is een nieuwe stad, een van de grootste sociale projecten van de Gran Mision Vivienda, De Grote Woningmissie. Hier worden flats gebouwd voor 100000 armen en daklozen, gratis te betrekken. Chávez integreert hier de lagere middenklassen en de armen als een voorbeeld van zijn sociale revolutie. In het buitenland wordt hij vooral gezien als een clown, die kris kras door het land reist, zijn toespraken lardeert met zang en dans en in zijn eigen televisieprogramma Aló Presidente op zondag met smaak vertelt over de universiteitswijk voor armen, zijn sociale projecten, het enorme veld met zonnepanelen, het industriepark, dat honderden banen moet opleveren. Meestal begint hij zondagochtend om elf uur en soms is hij ‘s middag om vijf uur pas uitgepraat. Wat hij niet vertelt, is, dat hij in werkelijkheid een gaudillo is, zoals we er velen hebben gehad na de onafhankelijkheid van Zuid-Amerika in de negentiende eeuw. Caudillo’s zijn sterke mannen, vaak afkomstig uit het leger, die op persoonlijk gezag regeren en hun aanhangers in ruil voor hun steun mooie banen, huizen en privileges geven. Venezuela stond in 2011 als elfde land op de ranglijst van de meest corrupte landen ter wereld. Chávez is oud-officier en heeft veel militairen benoemd op hoge posten en als minister. Rangel is minister van defensie, een oude legervriend, hij heeft onlangs gezegd, dat het leger is getrouwd met de socialistische projecten van Chávez en dat een eventuele machtsovername door een andere president niet zal worden geaccepteerd. Maar Chávez kan sowieso door een grondwetswijziging ongestoord regeren tot 2021, nu hij de laatste verkiezingen heeft gewonnen, dankzij de nieuwe politieke klasse van rijken, die socialist zijn, maar wel vliegtuigen, boten en villa’s hebben. De president creëert duidelijk een relatie van afhankelijkheid.
Maar soms willen landen helemaal geen groepen mensen integreren. Neem bijvoorbeeld Israël. Een rijk land, dat heel goed financiële hulp kan bieden aan vluchtelingen. In plaats daarvan bouwt het een hek langs de grens met Egypte en neemt het een wet aan, die het mogelijk maakt om illegalen, ook kinderen, zonder proces drie jaar op te sluiten. Daarvoor is de grootste gevangenis ter wereld gebouwd met 11000 bedden. Vluchtelingen krijgen geen werkvergunning of een asielprocedure, omdat ze een demografische bedreiging vormen voor het joodse karakter van de staat Israël, aldus premier Netanyahu. De Eritreërs en Soedanezen, die er toch nog in slagen via de Sinaï- woestijn, de routes naar Europa zijn inmiddels afgesloten, Israël binnen te komen, worden gezien als infiltranten en door racisten bestookt met molotovcocktails. Of ze worden direct na de grens al teruggestuurd door soldaten, die heel goed weten welke ontberingen deze migranten hebben ondergaan. Sinds de val van de Egyptische president Mubarak zijn de Bedoeïenen de baas in de Sinaï en zij zien migranten als een rijke bron van inkomsten. Om hen door de woestijn te smokkelen tot aan de grens van Israël vragen ze ruim 25000 euro (!) per persoon. Heb je dat niet, dan word je gemarteld, heb je dat wel, dan word je vaak toch nog gemarteld om nog meer geld te verdienen. Gesmolten plastic op je huid gieten, uithongeren en uitdrogen, aan je armen ophangen totdat je vingers afsterven, dwangarbeid verrichten op illegale marihuanaplantages, net zo lang, totdat je familie bereid is geld op te hoesten om je vrij te kopen. En dan kun je weer terug naar Eritrea of Soedan om na een tijdje het opnieuw te proberen. Overal in de wereld krijgt 84% van de Eritreërs de vluchtelingenstatus met de bijbehorende rechten, in Israël, dat de Geneefse Conventie heeft getekend, demonstreert alleen een groep Holocaustoverlevenden in Jeruzalem, die de beelden van de zieke migranten achter een hek herkennen als wat hen zelf is overkomen in de tweede wereldoorlog, voor toelating. In Nederland, toch ook een zeer rijke natie en ondertekenaar van de Conventie van Genève, is de situatie van migranten niet veel anders. Integratie van illegalen is ook hier ondenkbaar, maar tot verbijstering van de overheid lukt de integratie onder elkaar uitstekend, want nood breekt wet. Vroeger doken illegalen onder en hielden zich schuil, om vreemdelingendetentie en uitzetting te voorkomen. Tegenwoordig organiseren Irakezen, Soedanezen en Somaliërs zich in tentenkampen en demonstreren gezamenlijk tegen het onmenselijke overheidsbeleid. Dat gebeurde in Ter Apel, Den Bosch, Zwolle, Sellingen, Den Haag en Amsterdam. Zij vragen niet meer om toelating tot de Nederlandse gemeenschap, maar ze creëren hun eigen gemeenschap aan de randen van de maatschappij en worden zo burgers van een zelfgemaakte samenleving. Ze regelen hun eigen opvang en daar heeft de Nederlandse overheid even geen antwoord op. Ze doen niet meer wat de bedoeling was, terugkeren naar hun land van herkomst, ze zijn nauwelijks uitzetbaar en niet meer afhankelijk, maar steken zelf de handen uit de mouwen. Maar het kan toch niet zo zijn, dat je binnen een staat een eigen gemeenschap opzet. Dus bedacht de overheid allerlei zeer bedenkelijke constructies om dat stelletje ongeregeld uit elkaar te halen, hetgeen door de rechter werd voorkomen. Ook illegalen hebben rechten als mens, wat de Amerikaans/Duitse filosofe Hannah Arendt the right to have rights noemt. In Nederland hebben ze dat niet en daarom worden mensen rechteloos op straat gedumpt. Barmhartigheid is geen vanzelfsprekendheid meer in ons land. Toch zijn er nog mensen, die zich hier niet bij neerleggen en uit protest en woede zich niet aan de regels houden en een klein verzet organiseren: “Wie van ons kan grote dingen doen?” zei Moeder Theresa ooit. “Doe kleine dingen en doe ze met liefde.” Een kerk, die onderdak voor moeder en dochter regelt, een computerbedrijfje, dat een stageplek geeft aan een Pakistaan zonder papieren, het Jeannette Noëlhuis, een anonieme flat in de Bijlmer met een paar vaste bewoners en vijftien mensen met geen enkel document, het Stoutfonds met een pot van 150000 euro om boetes te betalen als je geen status hebt. Wetten, die in strijd zijn met elke vorm van rechtvaardigheid, mag je breken, zeggen deze mensen. Daar staan de rechts-populististische partijen tegenover, die vinden, dat de immigratie moet stoppen. De onderwijssocioloog Maurice Krul, hoogleraar aan de VU in Amsterdam zegt n.a.v. een grote studie “The European Second Generation”, waarin hij samen met Europese collega’s de school-en arbeidsloopbanen van tienduizend jonge volwassenen vergelijkt: “We weten inmiddels dat dat niet kan. De grote Europese steden zijn smeltkroezen van verschillende groepen. Amsterdam is al wat ze in Amerika een mayority minority city noemen: de autochtone groep is de grootste meerderheid in een stad vol andere minderheden. Twee derde van de jeugd in Amsterdam heeft een niet-Nederlandse achtergrond. In een stad waar iedereen een minderheid is, zal iedereen zich aan iedereen moeten aanpassen. De boodschap die politici uitdragen dat allochtonen zich moeten aanpassen, is achterhaald door de feiten. We moeten af van het paternalistische integratiebeleid waarin de Nederlanders weten wat goed is voor de allochtonen. Emancipatie moet uit henzelf komen.”
Met de ouderen in Nederland is het niet veel beter gesteld. Ouderdom is een natuurlijk gegeven en daarom zijn ouderen in de mediterrane landen goed geïntegreerd in de maatschappij. In Nederland worden ze vooral gezien als een hinderlijke groep, die weliswaar hun sporen hebben verdiend door hun bijdrage aan de maatschappij, maar die door politici worden aangemerkt als de grote vergrijzers, die de kosten van de gezondheidszorg op hol laten slaan. Voortdurend wordt hen onder de neus gewreven, dat jonge levens meer waarde hebben dan oudere levens en dat de kennis en ervaring van ouderen achterhaald is. De publiciste Heleen Crul schreef in de NRC in dit verband over een schokkende ervaring. “Enige tijd geleden reed ik met een 38- jarige manager mee naar een congres. Een bejaarde vrouw stond met een rollator op het zebrapad. De manager verminderde aanvankelijk zijn vaart niet en stopte pas vlak voor haar. Ze schrok heel erg. Ze had kunnen vallen, zei ik boos. Gewoon doodrijden die handel, was zijn schokkende antwoord.”
En wat gebeurt er in sommige Amerikaanse steden, als je als vrouw meer dan één condoom bij je hebt? Dan kom je in de gevangenis, want politieagenten vinden, dat als je twee of meer condooms in je tasje hebt, je werkt als prostituee. De echte prostituees in San Fransisco, Los Angeles, Washington en New York hebben daarom vaak seks zonder condoom met alle kans op seksueel overdraagbare aandoeningen. Deze gemarginaliseerde vrouwen kun je beter een gevaarlijk leven laten leiden dan ze integreren in de maatschappij. Aldus de conclusie in een rapport van Human Rights Watch.
De Amerikaanse economen Rachel Kranton en George Akerlof tonen aan, dat zelfrepresentatie en zelfcategorisering de belangrijkste factoren zijn bij economische en politieke beslissingen. De economische crisis los je niet op met rationaliteit, maar met morele beslissingen. Akerlof gaat in zijn boek uit 2009 “Animal Spirits, hoe instincten in de mens de economie sturen”, die hij samen met Robert Shiller schreef, nog een stapje verder. Ze vermelden 5 aspecten van animal instincts, o.a. corruptie, geldillusie en het vertellen van verhaaltjes, die economische en dus ook politieke beslissingen zeer beïnvloeden. Hoe maak je bijvoorbeeld uit, wie het meeste recht heeft op een onbewoond eiland? Japan en China ruziën al decennia over een paar eilandjes in Zuidoost Azië, o.a. over het minuscule atol Okiriotorishima, dat bij hoog water 10 vierkante meter bestrijkt, dus een tweepersoonsbed in een kleine kamer. Japan probeert op alle mogelijke manieren het atol niet onder te laten lopen, want dan vervalt de claim op een 200 mijlszone, waarin mag worden gevist en bodemschatten kunnen worden geëxploiteerd, conform het VN-verdrag over het recht van de zee. De gemeente Tokio heeft al 450 miljoen euro uitgetrokken om het eiland te versterken met beton. Maar volgens China is het atol onbewoond en kan er daarom geen claim aan worden ontleend. En bij de huidige crisis over de Senkaku eilanden, die door China Diaoyu eilanden worden genoemd, spelen ook nog allerlei nationalistische gevoelens een rol, die het vuurtje nog meer opstoken. Japan hanteert het argument van het terra nullius, de eilanden waren niemandsland tot ze die in 1895 innamen. Tot nu toe heeft niemand geprotesteerd, ook China niet, dus is het nu hun onvervreemdbaar eigendom. China betoogt, dat de twee nietige eilandjes historisch en geografisch altijd Chinees zijn geweest en al 500 jaar deel uitmaken van een Chinese handelsketen. En Taiwan vindt, dat China en Japan in een vreedzame dialoog de eilandjes moeten exploiteren. Japan wil dat wel, maar China weer niet. En zo kunnen we nog jaren verder.
Gesprekken voeren over menselijk gedrag doet de Syrische filosoof Sadiq al –Azm in zijn boek “Kritiek op de religieuze gedachte”, waarin hij de Arabische politieke en religieuze leiders aanvalt, die de religieuze gevoelens van het volk exploiteren. Hij betoogt, dat de intellectuelen met name in Syrië buiten spel zijn gezet en alleen nog functioneren als waarnemers en analisten. In 2000 hebben zij nog het Handvest 99 opgesteld met doelstellingen en ideeën over democratie en hervormingen, die later allemaal opdoken in Tunesië, Libië, Egypte en Jemen. Volgens al-Azm zou er na de val van Assad een wetenschappelijke revolutie moeten plaats vinden om hervormingen van de grond te krijgen, want de laatste 500 jaar is er in de Arabische wereld niets belangrijks gepubliceerd over de mens, de cultuur en de maatschappij. Gebeurt dat niet, dan is de kans groot, dat het fundamentalisme wortel schiet, want de intellectuelen, die nu gemuilkorfd of dood zijn of het land hebben verlaten, zijn van beneden af opgevolgd door de laagste klassen van de maatschappij. Wat dat voor gevolg heeft, zie je in de Syrische romans, die het ontstaan van een nieuwe klasse beschrijven van kleine moderne boeren, die opklimmen tot officier en ware monsters worden. Het zijn verboden romans, maar ze staan op internet en in piratenedities zijn ze volop verkrijgbaar. Kortgeleden verscheen van Moustafa Khalifé in Beiroet en Parijs zijn roman “La coquille, prisonnier politique”, een huiveringwekkend verhaal over de 14 jaar, die hij in de gevangenis heeft doorgebracht, omdat hij ageerde tegen het dictatoriale bewind van vader Hafez el-Assad. En het lijkt erop, dat ondanks alle misdaden tegen de menselijkheid er in Syrië een enorme literaire en culturele energie vrijkomt, die zoekt naar een nieuwe identiteit na de dictatuur.
Verhaaltjes vertellen, een van de 5 animal spirits, kunnen Nederlandse politici uitstekend. In het P.v.d.A-programma staat, dat “hard optreden soms nodig is voor een veilige wereld. De partij trekt in Eu- en VN verband op rond grote internationale crises.” Nu de coalitie tussen VVD en P.v.d.A een feit is, trekken we dus straks ten strijde tegen terroristen en atoombommen met, let wel, 7 man. Van de huidige 81247 VN blauwhelmen zijn er 7 van ons en die zitten nu in de VN missie UNMISS in Zuid-Soedan. We hadden er 8, maar een Nederlandse eenpersoons VN eenheid uit Darfur werd in mei teruggetrokken. En de P.v.d.A wil de komende vier jaar ook nog een miljard euro bezuinigen op Defensie. De zeven moeten dan wel àlle Nederlandse veiligheidsambities vervullen. Om te schateren als het niet zo beschamend was, want in de top tien van troepenleveranciers aan de VN staan arme landen als Nepal, Bangladesh en Ghana.
De economie draait dus uiteindelijk om de vraag hoe we moeten leven. Dat is de conclusie van de Tsjechische filosoof Tomás Sedlácek in zijn boek “De economie van goed en kwaad: De zoektocht naar economische zingeving van Gilgamesj tot Wall Street”. Je moet de samenleving niet bekijken vanuit de economie, maar de economie vanuit een ethisch en cultuurfilosofisch perspectief. Maar ook dan kom je terecht bij het mislukken van integratie van groepen mensen in de maatschappij en het doorsijpelen van kwade tendensen, zelfs als je de wijsheid van filosofen en dichters over de strikt wiskundige modellen van het menselijk gedrag legt.
Catherine Bolton, een Amerikaanse antropologe, woonde enkele jaren in Makeni, de vierde stad van Sierra Leone met 200.000 inwoners en voerde daar vele gesprekken met ex-rebellen en non-combattanten om na te gaan of er een integratie had plaats gevonden tussen deze twee groepen. Haar rapportage staat in American Anthropologist, derde kwartaal, 2012. De meeste ex-rebellen kwamen uit het zuiden en na de ontwapening en demobilisatie in 2002 bleven ze in Makeni, omdat ze wegens hun wandaden niet meer terug konden naar hun geboortestreek. Ze volgden ambachtelijke cursussen in het kader van internationaal gesponsorde re-integratieprogramma’s en na afsluiting daarvan kregen ze allemaal een gereedschapskist. Maar ex-rebellen komen niet aan werk en velen moesten na maanden werkeloosheid hun gereedschapskist verkopen om eten te kunnen kopen. Waarom? Meneer Kamara woont in een straat, waar in een huis aan de overkant nu de rebellen wonen, die hem in de oorlog ernstig hebben mishandeld. Op een dag stond een van hen voor zijn deur en zei: “Di wa dun-dun, de oorlog is voorbij. Ik wil, dat u me aardig vindt en ik wil uw vriend zijn.” Maar Kamara antwoordde: “Ik wil jouw vriendschap niet. En ik wil, dat alleen mijn vrouw me aardig vindt.” Zo werkt marginalisering dus, je duldt hen, maar je gaat niet met ze om, je kunt hen niet doden, maar wel offeren. In El Salvador zijn sociale re-integratieprogramma’s gestart voor maras, gewelddadige jeugdbendes, die in hun onderhoud voorzien met afpersing, drugs-en wapenhandel en door drugskartels worden ingezet als stoottroepen en huurmoordenaars. Begin dit jaar werd er een wapenstilstand gesloten tussen de leiders van de grootste maras en de minister van Veiligheid. In ruil daarvoor eisten de aanvoerders sociale programma’s voor gemarginaliseerde jongeren in de sloppenwijken van San Salvador, die geen misdaden hebben gepleegd. En kijk, het aantal moorden was in zes maanden tijd gehalveerd. In eerste instantie zorgde deze dialoog voor een schandaal, want met criminelen onderhandel je niet, maar door de positieve effecten verstomde de kritiek. De vraag is alleen, hoe de situatie over een aantal jaren zal zijn. Wordt het ook hier dulden, maar niet met ze omgaan?
Integratie van goed en kwaad in het individuatieproces van de mens en in de samenleving, het lijkt erop, dat het kwaad langzaam maar zeker de overhand neemt. In mijn studeerkamer hangt het gezicht van Abraxas, ooit gekregen van een jongen, die in de gevangenis zat vanwege een paar roofovervallen. Het linker gedeelte van het gezicht is wit, het rechter zwart. De jongen heeft na zijn vrijlating van alles geprobeerd om een normaal bestaan op te bouwen, maar hij kwam nergens aan de bak. Hij leeft nu ergens in Amsterdam en ik wil niet weten, wat hij daar doet. Het draait in de eerste plaats om de levensloop van mensen, zei een van bovengenoemde economen. Als ik naar mijn Abraxas kijk, is het soms of de symmetrie is verstoord, het zwart wordt groter dan het wit.